Een blik in de geschiedenis

 

In het 'Collegium Augustino-Rollariense' van de paters Augustijnen kregen leerlingen uit de regio vanaf 1641 Latijns onderricht.

Na het verdrijven van de kloostergemeenschap in 1797 door de Franse bezetter bleven de schoolgebouwen ongebruikt. Dankzij de actieve inbreng van de Roeselaarse priester Lodewijk-Albert Caytan en met de steun van de Gentse bisschop kon het bisschoppelijk Klein Seminarie op 27 mei 1806 zijn deuren openen in de panden van de vroegere Augustijnenschool.

Doorheen de jaren stond een dynamisch lerarenkorps borg voor de vorming van duizenden leerlingen. Talloze figuren die bepalend waren voor het onderwijs in ons bisdom en voor het Vlaamsgezinde en godsdienstige leven in ons land en de missiegebieden, liepen hier school. De priester-dichters Guido Gezelle en Hugo Verriest waren er leerling en leraar. De studentenleider-dichter Albrecht Rodenbach en missionaris Constant Lievens zaten hier samen in klas.


Het Klein Seminarie heeft steeds gewerkt aan vorming in taal, wetenschap, economie en cultuur.

Daarnaast lag de klemtoon op actieve sociale inzet en gelovige inspiratie. Begrippen als 'De Lettergilde', 'De Pauselijke Zoeaven' (C. D'Hont, 1867, en A. Vyncke), 'De Blauwvoeterie', 'De Katholieke Studentenactie' (KSA, Karel Dubois, 1928), het 'St.-Vincentiusgenootschap' (sociale actie) en het 'St.-Amanduswerk' (missiehulp) en zoveel meer zijn tot op vandaag onlosmakelijk verbonden met het Klein Seminarie.

 


Vandaag.

Het Klein Seminarie heeft steeds een nauwe band gehad met het Bisdom. Door de jaren heen waren talloze priesters dag in dag uit beschikbaar voor de leerlingen. Zij bouwden een veelzijdig collegeleven uit.
Van deze specifieke begeleiding van jonge mensen behouden wij op school belangrijke elementen: jongens en meisjes kunnen tijdens de schoolweek in het Internaat Zuid verblijven; voor alle leerlingen is er aanbod van studie op maat van de leerling, ook als omkadering voor film en sport, leerbegeleiding en parascolaire activiteiten; een klassenuur maakt tijd vrij om te groeien in bewust geloof, in dialoog en concreet engagement; de opvoeders, de leerkrachten en de leerlingen zetten tal van activiteiten op voor een dynamische groepswerking (muziek, cultuur, acties...).
De school erfde van haar voorgangers, de paters Augustijnen, o.a. het pandgebouw en de barokke kerk in de Zuidstraat. Langsheen 'de dreef', de toegang van het domein, werd in de loop der jaren een waardevol patrimonium opgebouwd: de gebouwen uit de 19de eeuw vinden rondom de open en ruime speelplaatsen een eigentijdse harmonie met de moderne architectuur van nieuwbouw.